‘Zij is dunner dan ik.’ 10 tips om uit de vergelijkingsmodus te komen

Ik reed met mijn wagentje door de supermarkt. Ik dacht erover om iets lekkers voor mezelf te kopen. En toen zag ik haar. Een jonge vrouw, gekleed in een fitnesslegging. Strak, slank figuur. Ik ging mezelf direct met haar vergelijken en de conclusie was in mijn nadeel. Ik voelde me dik en was blij dat ik niets lekkers voor mezelf had gekocht, omdat ik anders ‘nog dikker’ zou worden. Herken je dat, dat je je vergelijkt met anderen en dat de uitkomst altijd in jouw nadeel is? In deze blog wil ik bespreken wat je hiertegen kunt doen.

In gesprek met mijn vriendin

Toen ik het voorval in de supermarkt aan mijn vriendin vertelde, zei ze dat totaal niet belangrijk is hoe een ander eruit ziet. ‘Je weet helemaal niet of ze gezond is, en bovendien, ze was waarschijnlijk vijftien jaar jonger dan jij.’ Ik realiseerde me dat mijn eetstoornis met me aan de haal was gegaan en dat ik een verwrongen beeld heb van hoe ik eruit ‘hoor’ te zien.

Uit de vergelijkingsmodus komen

Aan de hand van de gesprekken met mijn vriendin, heb ik een aantal tips geformuleerd om uit de vergelijkingsmodus te komen.

1.Jouw lichaam ziet er anders uit dan dat van een ander. Je kunt niet verwachten dat je er hetzelfde uit zult zien als de ander. Dat is gewoonweg onmogelijk.

2. Als je je eetstoornisbril ophebt, kun je niet helder nadenken. Je beoordeelt de ander als dunner, maar dit heeft vaak te maken met je verstoorde lichaamsbeeld.

3. Je vergelijkt je mogelijk met andere mensen met anorexia, of dit nu op Instagram is of tijdens je behandeling. Sta er eens bij stil dat zowel jij als de ander een ziekte heeft. Waarom zou je dunner/zieker dan de ander willen zijn. Wat levert het je op? Ik weet het antwoord wel: niets. Helemaal niets. Je wordt er in ieder geval geen leuker of beter mens door.

4. Als je denkt dat de ander dunner is, realiseer je dan dat je het verhaal achter haar uiterlijke verschijningsvorm niet kent. Misschien is de ander heel sportief, draagt ze een shape-up onderbroek of is haar vriend overleden waardoor ze geen eetlust heeft.

5. Zoals mijn vriendin al zei: Je weet niet of de ander gezond is. Misschien heeft ze wel een lichamelijke ziekte onder de leden waardoor ze mager is.

6. Vraag je af wat het vergelijken je oplevert. Voel je je er beter door? Waarschijnlijk niet. Richt je, in plaats daarvan, op wat je doet en kan en niet op de vorm van je lijf.

7. Realiseer je dat je lijf je in leven houdt. Je hart klopt, je nieren werken, je benen zorgen dat je van A naar B komt. Je lijf heeft meer credits verdiend dan afgemeten te worden aan haar vorm of haar gewicht.

8. Jij wilt niet dat anderen je beoordelen of veroordelen om hoe je lijf eruit ziet. Doe dit dan ook niet bij anderen. Iedereen is mens en goed zoals hij of zij is. En ja, daar horen zogenaamde tekortkomingen ook bij. Perfectie bestaat immers niet.

9. Het draait in het leven niet om lijf en gewicht. In jouw leven nu wel, maar bij het grootste deel van de mensen niet. Het gaat erom dat je als volwassen mens kan functioneren in de maatschappij, met alles wat daarbij hoort aan werk, school, vrienden en vooral: verantwoordelijkheden.

10. Omvang en gewicht zijn geen maatstaf voor geluk.

Welke aanvullende tips heb jij?